Uit haar oog druipt een dikke trage traan. De tijd vordert. In haar kuil draait ze zich langzaam, tegen de klok in, richting de zee. Alsmaar gravend met haar voor en achter poten.
De 'luxe' express bus vertrekt te laat. Onderweg staat de chauffeur regelmatig stil om pakketten af te leveren, aan te nemen en om te tanken. Het lijken toevallige gebeurtenissen. De route gaat door allerlei gehuchten die ik op de kaart niet terug kan vinden.
In Segamat staat de volgende bus ronkend op ons te wachten. Hij is vol en ongeduldig om te vertrekken. Haastig stappen we in, ons verontschuldigend aan de passagiers. Twee dames met hagelwitte hoofddoekjes zitten op onze plek. Ze lachen vriendelijk en staan op om ergens anders in de bus een stoel te vinden. Snel gaan we zitten.
De volgende overstap is in Kuantan. Maar eerst moet de chauffeur boodschappen doen en weet ik wat allemaal nog meer. Na een tijdje rijden stapt de chauffeur met zijn aankopen uit de bus en laat ons achter op een verlaten weg. We wachten geduldig met de rest van de passagiers. Na een kwartier stapt een nieuwe chauffeur in en vervolgen we de reis. Uiteindelijk stappen we uit op een druk busstation.
In de chaos gaat Bas opzoek naar een toilet. Ondertussen probeer ik onze bagage bij elkaar te houden. Opdringerige chauffeurs dreigen onze tassen in een bagageruim te zetten. Het maakt ze niet uit waar we naar toe willen als ze hun bus maar vol krijgen.
‘Hurry,hurry, bas is leaving,’ hoor ik ze schreeuwen.
Verbaast kijk ik om mij heen en probeer Bas te vinden. Hoe weten ze dat Bas Bas heet? En waarom gaat hij weg?
In de verte zie ik hem naar mij toelopen. Ik roep naar hem.
’Waar wou jij heen? Je kan me hier niet alleen achter laten!’
‘Bas is bus’, zegt hij en lacht me uit.
De chauffeurs om ons heen snappen er niets meer van. Aangemoedigd door de spraakverwarring beginnen ze wat agressiever aan de tassen te sjorren.
‘This bas m’dam, here here this way’, gillen ze door elkaar.
Gehaast pakken we alles bijeen en lopen naar een stille hoek om te overleggen.
Na een kort 'beraad' besluiten we dat we genoeg hebben van de bus en voor het laatste traject een taxi nemen. In het grootste deel van Azië rijden chauffeurs vooral hard, maar hier rijden ze gewoon vreemd. Onze taxichauffeur is blind, dronken, stoned of moet vreselijk poepen. Hij rijdt heel snel, dan weer tergend langzaam, slingerend over de weg langs niets. Gespannen zit Bas naast hem met zijn hand op de handrem om in te grijpen. Niets, waar wij er uit kunnen om ander vervoer te regelen, niets, waar hij kan doen wat hij moet doen. Met een rood opgeblazen hoofd stopt hij uiteindelijk bij een klein huis waar hij met dicht geknepen billen naar binnen rent, ons achterlatend in de taxi met draaiende motor.
‘Poepen,’ zeggen we gelijktijdig tegen elkaar.
Even later komt een zichtbaar opgeluchte man naar buiten en vervolgen we de reis probleemloos naar onze eind bestemming.
Tegen de avond komen we aan in Cherating, aan oostkust van Maleisië. Het is een populaire reisbestemming en het is weekend. Alle redelijke onderkomens zitten vol en we zijn veroordeeld tot Cherating Cottage, het meest smerige hostel waar we ooit geweest zijn. Nadat we onze kostbaarheden in de hotelkluis hebben gelegd moeten we een deposit voor de sleutel en een handdoek betalen. Vermoeid en verhit stemmen we ermee in, het is even niet anders.
Ik heb in één houding gelegen, toch word ik na een bloedhete nacht best uitgerust wakker. Tijdens het ontbijt overwegen we een bericht naar de Lonely Planet te sturen: 'This place is certainly run down since your last visit, you must warn guests this could be their worsed room experience in live and look out for the cook, he is a really mean man although he laughs all the time'.
Na het ontbijt gaan we op zoek naar een beter onderkomen voor de komende nacht. Maar alle guesthouses zitten vol en in het Suria Beach Resort is pas overmorgen een kamer vrij. De receptioniste van Payung Guest House is erg bezorgt. Als we haar later op straat tegenkomen informeert ze of we al wat hebben gevonden. Tenslotte vinden we in het vriendelijke Riverside View Resort een oude, maar schone kamer.
Na Cherating willen we naar Taman Negara NP. Om verder oponthoud voor te zijn en gezien de complexiteit van het vervoer naar het nationale park willen we dit graag door een reisagent laten regelen. Het plaatselijk reisbureau is onbemand. In de telefooncel probeer ik een betaalbaar onderkomen in het park te vinden. Alles wat ik kan bereiken is vol of te duur. Ik verstuur een aantal e-mails naar hotels, die niet opnemen, in de hoop een betaalbare kamer te vinden. Op het strand liggen twee dode opgezwollen honden te stinken. Niemand schijnt zich eraan te storen. Een man laat zijn paard te water en twee badgasten kijken toe.
Vandaag nemen we onze intrek in het Suria Beach Resort, een paar kilometer buiten Cherating. Bij het zwembad komen we tot rust. Eindelijk kunnen we ons richten op waarvoor we hier zijn gekomen.
Drie soorten zeeschildpadden leggen hun eieren op deze kust. Naast 'club Med' ligt het schildpadden opvangcentrum. In de middag lopen we er over het schone ongerepte strand naar toe.
Zeeschildpadden zijn erg schuw op het land, maar als ze eenmaal aan het graven zijn letten ze nergens meer op. Na zonsondergang is het niet toegestaan over Chendour Beach te lopen en wordt het strand bewaakt door de schildpadden wacht.
De ranchers van het centrum graven de eieren op. Veilig in een stevige gazen kooi worden ze opnieuw ingegraven in het zand. Zo zijn ze beschermd tegen natuurlijke rovers en mensen, die deze eieren als een delicatesse beschouwen. Bij elk legsel staat een bordje met de leg datum en de soort.
Op bordjes zien we legsels van een paar dagen geleden en op het white bord in het centrum staat vermeld dat er gisteravond twee schildpadden zijn gesignaleerd. Ze hebben geen eieren gelegd.
Na vijfenveertig tot zestig dagen kruipen de kleine schildpadden uit hun schaal. Om op kracht te komen worden ze een paar dagen gevoerd. Elke avond, rond half elf, worden de twee tot drie dagen oude dieren terug gebracht naar zee. Toeschouwers zijn welkom.
In de donkere nacht is het best een eind. Met onze koplampen op het hoofd zetten we er de vaart in. Het verkeer slingert langs ons heen, met alcohol wordt hier niet zo nauw gekeken. Met een flinke snelheid slaan we af naar een verlaten zandpad dat naar het centrum leidt. Binnen is het druk. Enthousiast worden we onthaalt door de ranchers en overige bezoekers. Ze zijn verbaast dat we op de fiets zijn gekomen.
‘Waar komen jullie vandaan,’ vraagt een man aan ons.
‘Uit Nederland,’antwoord ik.
‘Op de fiets?’
We leggen hem uit dat we de fietsen speciaal hebben gehuurd om vanavond naar 'Sanctuary Penyu Cherating' te komen.
Meneer Lee komt uit Singapore. Als kind is hij door zijn vader mee genomen naar het opvangcentrum. Dit bezoek heeft grote indruk op hem gemaakt.
‘Mijn zoon is nu zes jaar, net zo oud als ik, toen ik hier kwam met mijn vader. Ik wil hem deze ervaring meegeven,’ vertelt hij verheugd.
‘Mijn vader is hier ook en dit is mijn zoon,’ terwijl hij een verlegen jongen naar voren duwt en zijn vader wenkt.
‘Ze komen uit Nederland, maar niet helemaal op de fiets,’ vertelt hij, nadat hij ons heeft voorgesteld. Opa Lee kijkt trots toe als meneer Lee nogmaals uitlegt waarom ze hier vanavond zijn. Zo vader, zo zoon, de traditie van opa Lee wordt voortgezet.
Om klokslag half elf wordt een emmer met kleine groene zeeschildpadden gepresenteerd. In de wachtruimte mogen de bezoekers foto’s maken met flits. Straks op het strand moet het zonder!
Met de hele groep lopen we naar de zee. Ik blijf dicht bij de rancher om niets te missen. Ze zijn zo schattig, net kleine éénhaps crackers.
Op het strand moeten we achter een streep blijven die een rancher in het zand heeft getrokken. Langs de vloedlijn worden de miniaturen losgelaten. Sommigen nemen gelijk een spurt de zee in. Anderen blijven stil zitten of krabbelen de verkeerde kant op. Met behulp van een zaklamp vinden ze de juiste weg naar het water. Enkele worden door een golf teruggezet op het strand. Na vijf minuten zijn ze alle veertig verdwenen in de donkere golven. Hoeveel dames zullen terugkomen op dit strand om voor een volgende generatie te zorgen?
De kans dat we vanavond een grote zeeschildpad te zien krijgen is klein. De meeste komen tussen negen uur ’s avonds en zeven uur in de ochtend aan land. Het is ruim na middernacht als we terug fietsen naar ons resort.
Onder de bomen, aan de rand van het strand praten we zachtjes over de afgelopen uren. De zee wordt verlicht door een streepje maan. We turen over het water in de hoop alsnog een vrouwtje te spotten.
Net, als we besluiten te gaan slapen denkt Bas beweging te zien. Hij loopt ernaar toe en ziet een spoor vanuit de zee. Vanaf de waterlijn volgen we het spoor. Nog op het strand, vlak voor de bomen vinden we haar. Een groene zeeschildpad van ruim anderhalve meter. Ze is druk bezig met graven. Staart richting zee, kop richting land. Rustig gaan we op gepaste afstand bij haar zitten. Zo nu en dan krijgen we een hele lading zand over ons heen geschept. Regelmatig slaakt ze een diepe zucht en legt ze haar kop vermoeid op het zand.
Een man komt naast ons staan. Hij schijnt met zijn zaklantaarn in haar ogen. Even later loopt hij naar haar toe en klopt hard op haar rug. Hij grijnst naar ons en zonder verder een woord te zeggen verdwijnt hij in het donker. Een schildpadden wacht? Over het strand lopen enkele mensen. Er rijdt een brommer langs. We vertrouwen het niet en besluiten bij haar te blijven zo lang ze op het land is.
Uit haar oog druipt een dikke trage traan. De tijd vordert. In haar kuil draait ze zich langzaam, tegen de klok in, richting de zee. Als maar gravend met haar voor en achter poten.
Uiteindelijk is ze honderd tachtig graden gedraaid, klaar om haar eieren te leggen. Maar dan, na ruim drie uur graven, klautert ze plotseling uit haar kuil. Uitgeput kruipt ze over het zand naar de zee zonder haar kostbare eieren te hebben gelegd. Bas loopt bezorgd met haar mee. Hebben we haar toch gestoord? Heel even raken we haar aan voordat ze in het water verdwijnt.
We zwemmen en springen in de golven van de Zuid-Chinese zee. Op het zand liggen we na te genieten van het schouwspel van vannacht. Nu we weten hoe het eruit ziet zien we overal kuilen. Alsof er een groep Duitse toeristen op vakantie is.
De volgende ochtend worden we stipt om half negen opgehaald door een taxi. Het vervoer naar Taman Negra NP is geregeld door de vriendelijke travelshop in het dorp. Het is ook gelukt om een betaalbare kamer te vinden. In Kuantan stappen we op de bus, daarna in een taxi en na een prachtige tocht in een uitgeholde boomstamkano komen we aan in het park.
De 'Duitse toeristen' graven vanavond op het strand bij Cherating, wij genieten van het diner in een van de vele drijvende restaurants op de rivier.
'Op reis met juffrouw Jannie' ©Pauline
Onderweg naar Kuantan. |
Het schildpadden opvangcentrum bij Cherating. |
Schildpadden bezoek in kaart gebracht |
Veilig in de gazen kluis |
Jonge zeeschildpad in het zwembad van het opvangcentrum. |
Vader en zoon Lee |
Klaar om terug te keren naar zee |
In het schijnsel van zaklantaarn terug naar zee. |
Alsmaar gravend |
Onder toeziend oog. |
Terug begeleid naar de zee. |
Terug in de golven. |
Chendour Beach aan de Zuid-Chinese zee. |
------------------------------------------------------------------------------------------------