zaterdag 26 januari 2013

De truc met de truck.



Kees is blij en verdrietig. Blij dat hij bij ons is. Verdrietig dat hij niet mee is naar Kaapstad. De kans dat hij daar niet aan zal komen is te groot. Jannie is blij dat haar nieuwe vriend mee is naar huis.





Ik had geleerd een hekel te moeten hebben aan ze. De eerste keer dat ik een overlander zag was in Mpulungu. Hij reed van de Tanganyika ferry af en zijn bevolking zag eruit als wilden.
De mensen om mij heen hadden geen goed woord voor ze over. Onverzorgd, lomp en vooral respectloos vonden de Zambianen de bewoners van overlanders.
Later ondervond ik het gedrag van overlanders zelf en begreep de bezwaren van de lokale bevolking. Na uren rijden was ik met twee lokale mensen aangekomen in Cape Maclear aan het Malawimeer. Toen was het een klein slaperig vissersdorpje dat totaal niet was ingesteld op toeristen. Samen met een groep  overlanders kwamen we aan bij het enige restaurantje van het dorp. In een schriftje kon je je naam schrijven en de keuze vlees of vis. Als je eten gereed was werd je naam geroepen en kon je aan  tafel gaan. Er waren drie tafeltjes waar deze groep mensen niet allemaal tegelijk aan paste.
Al heel snel namen ze het restaurant over, zonder zich te bekommeren om de eigenaar en zijn capaciteiten. Iedereen schreeuwde door elkaar waar het eten bleef en waarom niet alles tegelijk op tafel kwam. De voorraad bier en cola was niet berekend op de inhaligheid van deze mensen. Ze konden zich ook niet voorstellen dat er ook niet gelijk een voorraad drank kon worden gehaald doordat de restauranthouder eenvoudig weg niet over financiële middelen beschikte. Hij deed wat hij kon, laten halen waar hij vooraf voor werd betaald.
Na dit schouwspel enige tijd te hebben aangezien trokken, ik en de twee Malawianen, ons terug in de schemering van het strand. Onze maaltijd hebben we gekocht bij een plaatselijke visser, die zijn vers gevangen vissen binnen een mum van tijd had bereid. In alle rust hebben we genoten van deze eenvoudige, maar heerlijke maaltijd.
Ondertussen heb ik geleerd dat reizen met een overlander een way of live is. Een prettige way of live, een die zich in de loop der jaren ook veel meer heeft aangepast aan de omgeving.

Mijn eerste eigen overlander reis was in Zuid Amerika. Bas en ik kende elkaar net en we hielden allebei van reizen. Ik werkte op project basis en Bas werkte voor zichzelf. De vertrekdatum zouden we koppelen aan de eind datum van mijn project. Bij terugkomst in Nederland kon ik drie maanden aan de opzet van een nieuw project gaan werken. Een ideale situatie om weg te gaan.
Een half jaar na onze eerste ontmoeting zijn we vertrokken. Met Ashraf op expeditie, met een oude Nederlandse Mercedes bus een rondje Zuid Amerika, van Lima naar Lima.

Bij aanvang zijn we drie weken opgesloten bij ‘mi abuela’ in Arequipa,  waar we Spaanse les kregen. Voor mij was dit de eerste keer dat ik met een groep reisde.
Door de gaten in de bodem van de bus zagen we de route door Zuid Amerika aan ons voorbij glijden. Regelmatig stonden we langs de kant van de weg met panne, maar de bus was ons ‘thuis’. Zeven maanden lang was deze bus onze thuis basis en waren de bewoners onze huisgenoten, in goede en slechte tijden.
Uit die tijd stamt de uitdrukking ‘een Ashraf hotelletje’, wat inhoud dat er incasseringsvermogen nodig is om hier te kunnen overnachten. Nog steeds is er contact met onze huisgenoten.
Ashraf is jaren geleden opgeslokt door een grote reisorganisatie en de expeditie reizen zijn onderin een la terecht gekomen.

Onze tweede expeditie reis was in Ethiopië. De wegen waren slecht, het land was niet gewend aan toeristen. Met Afriesh en een omgebouwde kiepwagen kropen we door het land. Het was fysiek en geestelijk een zware reis. Elke dag hadden we twee lekke banden, elke dag werden we bekogeld met stenen en er waren bijna geen plekken om veilig te overnachten. Maar de kiepwagen was ons ‘thuis’ en het was een geweldig mooie reis.
Net als Afraf is Afriesh opgegaan in een grote organisatie en doet de kiepwagen weer het werk waarvoor hij ontworpen is. In Afrika hebben auto’s een heel lang leven.

Met een Zuid Afrikaanse organisatie reisden we van Jo’burg naar Nairobbery. Het overland fenomeen was ondertussen positief aangepast. In onze groene pausmobiel beleefden we onze derde overlander met een Zuid Afrikaanse boer. Hij was chauffeur, reisleider en kok. En vooral bot.
Deze overlander had comfortabele stoelen, een volledig uitgeruste keuken, bagage kluizen en was goed onderhouden. Alleen de regentijd zorgde af en toe voor wat oponthoud. Op onze reis kwamen we langs Stuart in Senga Bay (Kambiri point). Stuart en ik waren oude vrienden. Ik vond het fijn dat ik hem aan Bas kon voorstellen.
Stuart had nog nooit een overlander van dichtbij gezien, maar als wij ermee reisden kon het misschien toch wel wat zijn. Door mijn rondleiding in ons ‘thuis’ is zijn kijk op dit fenomeen voorgoed veranderd.

Tijdens onze Namibië experience was er naast onze chauffeur, een reisleider en een kokkin.
“Het eten is gereed mensen,” fluisterde Louise elke avond en schoof ons een uitgebreide maaltijd voor.
Het corvee bestond uit afwassen en de truck uitvegen. De overland expeditie was overgegaan in vakantie en de overlander werd een luxe ‘thuis’.
Onderweg troffen we regelmatig ‘de draken’, het bestond nog wel, de old fashion overland bevolking: onverzorgd, lomp en vooral respectloos naar alles wat niet tot hun overlander behoorden.

Een overlander is een aparte manier van reizen, voor een bepaalde tijd is het ‘thuis’, de veilige basis waar je altijd terugkomt. Je kan afstappen en net als thuis het grootste deel van je bagage achterlaten. En als je na een tijd weer opstapt kom je ‘thuis’.
Het is een manier van reizen die niet veel meer wordt gedaan. Er zijn een aantal Engelse organisaties die over de hele wereld overland reizen organiseren. Tegenwoordig zijn deze reizen opgedeeld in etappes. Hop on, hop off.
Geen hechte groep, maar steeds weer vers bloed op de truck. ‘De draken’ uit Namibië maakte deel uit van zo’n Engelse organisatie en misschien verklaarde dat wel hun gedrag.

Begin 2012 trekt een advertentie onze aandacht.
‘In Afrika werden in 1972 de eerste avontuurlijke expedities uitgevoerd. Ter ere van ons 40 jarig jubileum gaan we terug naar onze roots.’
Net als bij de Engelse organisaties is deze overland reis opgedeeld in etappes, 6 expedities, in 140 dagen van Cairo naar Kaapstad.
‘Tijdens de expeditie reizen we met een expeditie truck. Dat is een omgebouwde vrachtauto met grote ramen die open kunnen, waarvan het achterste gedeelte is omgebouwd tot een comfortabele cabine met stoelen. De truck is compleet uitgerust met goede tenten, keukenuitrusting, tafels en stoeltjes en zeer geschikt om Afrika te ontdekken.’
We informeren bij de reisorganisatie naar de inrichting van de truck, aangezien we uit ervaring weten dat bepaalde dingen van belang zijn. Bijvoorbeeld hoe staan de stoelen opgesteld in de truck en heeft de truck echte ramen of zeilen. Als blijkt dat ook deze voldoen aan onze voorkeuren boeken de eerste etappe, door een deel van Afrika waar we nog niet gereisd hebben. Van Cairo naar Khartoem klinkt bijna als een stripverhaal. Reizen met een overlander uitgerust met al het gemak van een ‘thuis’.

We vliegen naar Cairo waar we na drie dagen op de truck zullen stappen. De eerste ochtend in Cairo blijkt er iets te zijn wat ons niet verteld is. De expeditie die wij namelijk geboekt hebben word niet uitgevoerd door de reisorganisatie waarbij wij geboekt hebben, maar door de bij ons bekende ‘ de draken’. Naast de reisleider van de reisorganisatie hebben we ook te maken met de reisleider van ‘de draken’. De twee gaan de strijd gelijk aan. 

Natuurlijk is Jannie met ons mee. Bij de piramides van Gizah kopen we Kees voor haar, zodat ze haar eigen reisgenootje heeft. Het plan is dat Kees meereist naar Kaapstad, zonder Jannie natuurlijk, maar zich na de expeditie weer bij ons zal voegen.
Nadat we Cairo uitgebreid bekeken hebben gaan we op pad. Op pad met een luxe touringcar?
De beloofde truck is onderweg naar Cairo vanuit West Afrika, maar gestrand op Cyprus.
Dat kan gebeuren, maar het blijkt dat de overlander nog geen week geleden is ingescheept. Voor ons valt dit niet onder de categorie ‘dit is Afrika’, maar in de categorie ‘verkeerde planning’. Deze expeditie is toch niet vorige week gepland?

De touringcar wordt ons gepresenteerd als een update en de truck wordt ons over een paar dagen beloofd. Het ongemak van onze update is dat er geen uitrusting aan boord is. Naast dat er niet gekookt kan worden zijn we gedwongen te overnachten in hotels. De update vreet ons budget op en we missen de overnachtingen in de vrije natuur onder de onvergetelijke sterrenhemel.
Het is niet rustig in Egypte. Opstandelingen blokkeren de doorgang door de westelijke woestijn om te protesteren tegen de brandstof te korten. De truck is ondertussen aangekomen in de haven van Alexandria, maar blijkt in zo’n slechte technische staat te zijn dat het onverantwoord is om te gaan rijden. Deze twee gegevens brengen ons naar de volgende update. In een karavaan van Land Cruisers doorkruisen we de westelijk woestijn en omzeilen zo de westelijke oases. Ditmaal hebben we tenten tot onze beschikking en wordt er voor ons gekookt door de Egyptische crew onder de sterrenhemel.

Wat zeker ook een onderdeel is van onze upgrades zijn de lange wachttijden en het ontbreken van enige communicatie naar de bewoners van de ontbrekende overlander over de voorgang van de expeditie. ‘Dit is Afrika’ is niet langer grappig, maar ergerlijk geworden. Het gebrek aan communicatie en organisatie wordt zo kort en krachtig afgeschoven op een prachtig continent.
Vijf minuten koffie drinken worden uren rondhangen op een plek waar ons eerder van verteld is dat we er snel vandaan moeten door het dreigende gevaar van de protesten.

Als we in Luxor aankomen staat daar onze truck. De cabine hangt voorover en onder de motor ligt een enorme plas olie. Drie dagen later vertrekken we eindelijk met een overlander. Voor een dag naar Aswan, met ons gezicht naar elkaar toe, door de opstelling van de stoelen en de zeilen naar beneden. Voor een dag, want na een stevige rit worden we in Aswan in een hotel geplaatst, weleens waar met een upgrade. De truck verlaat ons hier, aan de andere kant van het Nassermeer in Soedan staat de expeditie truck klaar die helemaal naar Kaapstad zal rijden.

Na twee dagen Aswan laden we alles in een touringcar. Alles is onze eigen bagage, accu’s en andere onderdelen voor de truck in Soedan, levensmiddelen voor Soedan en wc papier voor Soedan en Ethiopie. Dat alles moet ook aan boord van de ferry en eist enige organisatie. Maar zoals eerder beschreven, organisatie en communicatie ontbreken. Onze beiden reisleiders lijken nu helemaal niet meer te communiceren en de overlander als ‘thuis’ is verder weg dan ooit.  

De ferry is een van de hoogte punten van de reis. Bijna twee dagen lang genieten we van de bewoners en is het voordek ons ‘thuis’.
Wadi Halfa wordt ongewild onze volgende thuishaven. De truck, die hier drie weken geleden is neergezet door ‘de draken’ organisatie, is in een erbarmelijke staat en niet veilig om mee te rijden volgens ‘de draken’ chauffeur. Er moet minstens twee dagen gesleuteld worden. Met de dag groeit ons begrip voor ‘de draken’ uit Namibië. Zij hadden er al maanden opzitten en waren duidelijk aangepast aan de afwezige verantwoordelijkheid van hun reisorganisatie.
Op dag drie zullen we vertrekken uit Wadi Halfa en die ochtend worden we met spoed erop uitgestuurd om inkopen te doen voor de komende twee dagen. Na de lunch vertrekken we.
Tegen het einde van de middag blijkt de brandstofpomp van de truck kapot is en niet te repareren. Er moet een nieuwe vanuit London worden ingevlogen via Khartoem.

JJ  & Kees
Kees is blij en verdrietig. Blij dat hij bij ons is. Verdrietig dat hij niet mee is naar Kaapstad. De kans dat hij daar niet aan zal komen is te groot. Jannie is blij dat haar nieuwe vriend mee is naar huis.

Het is niet de reis geworden die we geboekt hadden, het was een reis zonder ‘thuis’. Kees hebben we niet achtergelaten, omdat we bang waren dat we hem nooit meer terug zouden zien. We zijn in Khartoem aangekomen. We hebben prachtige dingen gezien en een mooie reis gemaakt. Dat is vooral de verdienste van jarenlange reiservaring en de landen waar we doorheen gereisd zijn.
De truc met de truck is dat hij vooral onzichtbaar is gebleven, hoewel, in gesprekken wel dagelijks aanwezig. De enige foto die we van de truck gemaakt hebben is er een met de digitale zoem. Eenzaam langs de kant van de weg ergens buiten Wadi Halfa.
De truc met de truck is ook het gebrek van het nemen van verantwoordelijkheid van zowel de Nederlandse als Britse reisorganisatie. Hierdoor is de sfeer van de reis ook in gevaar gebracht. Gelukkig zijn we niet ‘de draken’ en zijn we de gastvrije bewoners van Egypte en Soedan met respect tegemoet getreden.

Op de rugzijde herkennen we het loopje. Net voor de douane controle treffen we een ‘huisgenoot’ van het eerste uur.
Hij is na onze Zuid Amerika expeditie nooit meer aan een reguliere baan begonnen, maar reist als reisleider de hele wereld rond. We blijken met het zelfde vliegtuig te zijn aangekomen. Hij vanaf het beginpunt Addis Ababa en wij vanaf de tussenstop Khartoum.

De overlander is een way of live, die helaas samen met de kleine reisorganisaties, verdwenen lijkt te zijn. Terug naar de roots is niet meer mogelijk.



onze thuis basis en onze huisgenoten, in goede en slechte tijden door Zuid Amerika.
 

rondje Zuid Amerika met een 'beetje'hulp op het zoutmeer tussen Bolivia en Chili.
 ----------------------------------------------------------------------------------




expeditie reis door Ethiopië met de omgebouwde kiepwagen
 -----------------------------------------------------------------------------------



op stap met de groene paus mobiel van Jo'burg naar Nairobbery
 -----------------------------------------------------------------------------------


Louise aan de bereiding van ons diner midden in Namibië.
------------------------------------------------------------------------------------


de truc met de truck!?

JJ & Kees voor vertrek uit Cairo