Er lijkt geen einde te komen aan de trap die uitkomt op een donkere smalle gang. Alle deuren zijn gesloten, behalve een deur aan het einde van de gang die op een kier staat
"Masa' il-khayr," zeggen we zachtjes.
"Masa' in-nur," klinkt het nog zachter terug.
Met een ruk gaat de deur verder open.
"Goedenavond, " klinkt het hard uit de mond van een jongen die in de deuropening staat. Hij is nog jong en kijkt brutaal tegen ons op. Achter hem staan twee vrouwen verscholen in hun sluiers. Karen stapt de kamer binnen. Ik volg haar. Een zwak peertje verlicht de ruimte. Het ruikt er doordringend naar urine.
We hebben onze luxe Toyota landcruiser verwisseld voor een pick-up. Ik sta klem tussen Bas en de gids. Krampachtig hou ik me vast aan een stang vlak achter de bestuurderscabine. Tegelijkertijd moet ik zorgen dat ik mijn hoofddoek niet verlies en probeer ik ook nog iets van de omgeving mee te krijgen. Door het grijze stof heen vang ik een glimp op van de ruige berg en de terrassen met qat-plantages. Alsof we op de hielen worden gezeten door een rivaliserende stam razen we omhoog over het steile, met keien geplaveide pad.
Zouden ze stoppen als we iemand verliezen? Ik krijg niet de indruk. Het is een wonder dat er tot nu toe niemand van de laadbak is gevallen. Mijn angstige vermoeden wordt niet bevestigd. Waarom willen we eigenlijk zo graag naar dit bijna onneembare dorp op drieduizend meter hoogte? Zullen we dit wel overleven? Als we deze wilde rit ongeschonden beëindigen, wat zal ons dan boven te wachten staan? Ons doel daar op de top is de oude stenen brug. Hij is gebouwd over een duizelingwekkend ravijn dat de bergpiek van Djebel Shihara in tweeën verdeelt. Een wereldwonder uit de vroege zeventiende eeuw. Gebouwd zonder cement. Een boogbrug die het voor toeristen aantrekkelijk maakt om naar boven te gaan.
De woeste chauffeur en zijn zwaar bewapende bijrijder hadden geen woord gezegd. De laatste had alleen gebaard met zijn kalasnikov dat we snel moesten instappen. Niemand mag hier met zijn eigen auto omhoog, ook al is deze geschikt voor dit pad. Eeuwenlang was het dorp een bolwerk geweest voor de imams tijdens de bezettingen van de Turken. Later was het een vesting voor de royalisten toen de republikeinen aan de macht kwamen. Niet zolang geleden werd de onafhankelijke stam die hier woont, voor het eerst overmeesterd. Met behulp van zware luchtaanvallen werden ze onderworpen aan de Jemenitische regering. Maar nog steeds hebben ze in Shihara hun eigen wetten en betaalt men geen belasting.
Even abrupt als de rit is begonnen, eindigt hij ook weer. Met eenzelfde gebaar worden we verzocht de pick-up te verlaten. We bevinden ons in een gehavend dorp. De half verwoeste gebouwen lijken op te gaan in hun omgeving van zand en rotsen. Er is niemand op straat. Ik voel me niet welkom, sjor mijn hoofddoek goed, sluit mijn blouse nog hoger en ben blij dat ik een hele wijde broek aan heb. Mijn lichaamsvormen zijn niet meer zichtbaar. Dat geeft me enigszins een veilig gevoel. Ik wil op geen enkele manier opvallen, ik weet zeker dat we van alle kanten worden begluurd.
Onze gids Karen lijkt te weten waar we naartoe moeten. We volgen gedwee. Bij een enorme cisterne blijf ik even staan om te kijken en voel ik iets tegen mijn kuit ketsen. Verbaasd kijk ik om mij heen maar zie niemand. Ben ik te dicht bij de water rand gekomen? Heb ik toch iemand gestoord? Via vele trappen en smalle paden komen we uiteindelijk bij een funduq. Een ruime kamer in het pension dient als diner-, slaap- en ontbijtzaal voor ons allemaal. Als we binnen komen is de kamer in beslag genomen door qat-kauwende, thee drinkende en waterpijp rokende mannen. Overal takjes, blaadjes en herkauwende mannen met enorme hamster wangen. Het lijkt wel een geitenstal. Ze liggen ontspannen op de kussens met hun kaftans wat opgetrokken. De meesten hebben hun riem met de jambiya naast zich neergelegd. Ik besluit ter plekke dat ik de komende avond en volgende dag niet zal eten. Ik zal in mijn kleren slapen, me niet wassen en mijn tanden niet poetsen. Ik heb vandaag te veel ruige mannen gezien. Bovendien wil ik absoluut niet weten hoe de sanitaire voorziening eruitziet.
Tegen zonsondergang horen we de muezzin oproepen voor het avondgebed.
"Zullen we naar buiten gaan," vraagt Bas mij. "Om de plaatselijke bevolking en de omgeving te zien," voegt hij eraan toe.
Van een afstand zien we mannen die zich gereedmaken om de moskee binnen te gaan. We ontmoeten een paar nieuwsgierige kinderen. Ze blijven op veilige afstand om ons met kiezels te bekogelen zodra we omdraaien om verder te wandelen.
"Ik begrijp er niets van", zeg ik tegen Bas. "Als deze mensen ons hier niet willen, waarom hebben ze ons dan naar boven gebracht?"
Hij kan me geen antwoord geven. De terra kleurige berg verdwijnt langzaam in de nevel die langs de helling omhoog kruipt. Uiteindelijk steekt alleen het dorp nog boven de wolken uit, die rood kleuren door de laatste zonnestralen. Er is nauwelijks geluid. Wat we horen komt gedempt van een andere wereld, heel ver weg
Terug in de funduq word ik toch verleid door de heerlijke geuren van het eten. Na een beetje rijst met zoete sappige tomaten komt er als toetje honingcake. De geur die ervan afkomt is niet te weerstaan. Zittend op de grond, om het grote zilveren bord, genieten we met z'n allen van deze lekkernij. De kamer is ondertussen weer in beslag genomen door de mannen. Hun gezichten hebben normale vormen aangenomen. In de deuropening staan twee mannen met hun geweer losjes over de schouder. De riem met het traditionele kromzwaard op de buik hangt weer op hun middel.
"Waar zijn de vrouwen," vraag ik zachtjes aan Karen, alsof de mannen mij kunnen verstaan.
"Die zijn beneden in de keuken," antwoordt ze. "Als ik vraag of ze een houtskooltekening mogen maken op onze hand krijgen we vast wel toestemming om ze te bezoeken."
Karen blijkt de vrouwen bij eerdere bezoeken aan het dorp ontmoet te hebben. Ze heeft vriendschap met ze gesloten. In rap Arabisch begint ze te praten tegen een van de mannen in de deuropening.
"We worden zo naar beneden gebracht," vertelt ze me. "Neem wat geld mee om ze een kleine vergoeding te geven voor hun werk. Geef het niet direct," vervolgt ze, "anders zijn we zo weer boven."
Ik kijk haar vragend aan, haal mijn schouders op en besluit geen uitleg te vragen. In mijn buik kriebelt het heftig en ik voel mijn hart bonzen in mijn keel.
Na enkele minuten zijn mijn ogen aan het schaarse licht gewend. Ik zie dat er een matras op de grond ligt. Verder is de kamer leeg. De muren zijn donkergroen en bruin gelakt. Op het groene vlak is een Arabische tekst geschilderd met donkergele verf. Een koran tekst? De jongen draait om ons heen en gebaart dat we moeten gaan zitten.
"Niet te snel op reageren," waarschuwt Karen nogmaals, "anders zijn we zo weer boven."
"We willen dat je op afstand blijft," zegt ze vervolgens tegen de jongen, "anders kunnen we onze arm niet vrijmaken."
Ik begrijp nu waarom we niet gelijk moeten betalen. De kleine bewaker is hier om een oogje in het zeil te houden en het geld te innen. De vrouwen zijn ondertussen voor ons gaan zitten en kijken ons voorzichtig aan. Ze maken een houtskool papje en vragen aan Karen welk patroon we willen.
"Bloemen zijn mooi," vertellen ze ons.
De jongen heeft in de deuropening plaatsgenomen en houdt ons nauwlettend in de gaten. De vrouwen voelen zich meer op hun gemak omdat hij buiten gehoorafstand is. Ze beginnen vragen te stellen.
"Waar komen jullie vandaan?
"Zijn jullie getrouwd?
"Hebben jullie kinderen?"
Verbaasd kijk ik ze aan, hun vragen gaan langs mij heen. Ik zie twee paar jonge ogen. In hun jurken is geen enkele contour van borst ontwikkeling waarneembaar. Hun stemmen zijn hoog. Hoe oud zijn deze vrouwen? En waarom leven ze hier zo diep weggestopt in deze sombere kamer? Wat mis ik hier?
Met een schok besef ik dat het nog maar meisjes zijn.
In dit land kent men geen bloedwraak, ze kopen alles af, maar hier in het hoge noorden zijn wel kleine stammen ruzies. Shirine is vijftien. Ze heeft haar familie een jaar geleden verlaten om te trouwen binnen een andere stam. Na een conflict tussen de twee stammen is ze teruggestuurd naar haar familie. Waarschijnlijk zal ze nooit meer uitgehuwelijkt kunnen worden, een schande voor haar familie. Haar schoonzusje is pas veertien jaar. Druk kwebbelen ze met Karen en vragen voluit over hoe het er bij ons thuis aan toe gaat. Ik zit stil toe te kijken en laat gewillig mijn hand beschilderen met bloemen en krullen.
"Komen jullie morgenochtend voor het ontbijt bij de ovens kijken," vraagt Shirine voordat we weer naar boven gaan. De jongen heeft het geld geïnd en staat ongeduldig te wachten totdat we met hem meegaan.
"Natuurlijk," zeg ik gauw, Karen aankijkend.
"Natuurlijk," zegt ze en lacht naar me.
Terug boven zoek ik mijn matras naast Bas op en vertel hem mijn belevenissen.
Heel vroeg word ik gewekt door Karen.
"Neem je fototoestel mee," fluistert ze.
De mannen blijken niet vroeg op te staan. Onze bewakers zijn verdwenen, maar Karen weet de weg. Ik hoor druk gepraat en gelach. In de keuken zijn alleen de twee meisjes. Deegbolletjes vliegen rond. Ik kan net op tijd bukken, Karen komt achter mij aan. Shirine en Yulduz lachen nog harder. De bolletjes worden tot platte schijven gekneed die ingesmeerd worden met ei, om vervolgens met de blote hand tegen de binnenkant van de hete oven geplakt te worden. We mogen het ook proberen en krijgen het warm.
"Soera?" vraag Shirine en kijkt me aan.
"Ze wil graag met haar nieuwe vriendin op de foto," verklaart Karen.
"Dat is best," antwoord ik, "maar mag je sluier af?"
Even later staat ze naast me, een prachtig meisje met een brede lach. Omdat ik ook mee op de foto ga kan ze er wel mee weg komen, vindt ze.
Terwijl ik tijdens het ontbijt mijn warme brood in de honing doop, moet ik nog steeds aan ze denken, die twee giechelende Tina-meisjes. Even later vertrekken we, te voet, voor onze tocht naar het dal. Op de eeuwenoude brug kijk ik voorzichtig de diepte in en ineens weet ik wat ik gemist had: ponyposters en popsterren.
'Op reis met juffrouw Jannie'© Pauline
![]() | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stuiterend omhoog. |
![]() | |
de brug |
![]() |
Shihara |
![]() |
vormloos |
--------------------------------------------------------------------------------------------