zondag 5 september 2010

Donderbussen, sigaren en rooksignalen.


Op de hoek van de straat hebben we goed uitzicht. Ik zit in een raamkozijn en kijk richting het Parque Central. Gespannen wacht ik af. Bang om ze te missen.
"Nerveus", zegt Bas als ik hem vertel dat ik buikkrampen heb. 


Ruim voor het ontbijt proberen we ons hotel uit te sluipen, maar alles is hermetisch afgesloten. In stilte doen we een poging uit te breken. Alle ontsnappingsroutes zijn gesloten. Het dak van ons hotel blijkt op het niveau van de achterliggende straat te liggen, maar de hekken zijn voorzien van grote hangsloten. Geen ontsnapping aan dit doolhof is mogelijk. Na een kwartier schuift een schim langs en we zetten de achtervolging in, in de hoop een sleutel te bemachtigen. Met een kreet vangen we de aandacht en als de voordeur wordt geopend is iedereen op tijd wakker voor de zondagsmarkt.

Veel indianen zijn gisteravond aangekomen om hun waren aan te bieden. De groentemarkt draaide op volle toeren, maar in de ochtendschemer komen de handelaren in groten getale naar Chichicastenango. We slenteren door de smalle straatjes rond de markt en de Santo-Tomáskerk. Onderaan de trappen van de kerk zitten vrouwen met grote bossen bloemen in allerlei kleuren en geuren. De ronde, brede trap geeft de confradias en de oudere kerknotabelen toegang tot de kerk. In de mystieke kerk, die wij via de zij ingang mogen betreden, vangen we een glimp op van de unieke samensmelting van het Maya en katholieke geloof.
Het wordt steeds drukker op straat. We vinden een restaurant voor een vroeg ontbijt. Vanaf het balkon hebben we goed uitzicht op de handel onder ons. Verse sapjes vinden gretig aftrek en ook de kleine vruchten van de buurvrouw zijn geliefd. Er wordt druk geschoven met manden fruit om het beste plekje te veroveren en pluimvee wordt aangeprezen.
Ineens wijkt het rustig winkelende publiek uiteen om een groep kleurrijke mannen door te laten. De confradias stappen stevig door, gevolgd door hun vrouwen naar de trappen van Santo-Tomás. Uit alle windrichtingen komen compacte gespierde mannen naar de Santo-Tomás. Vanuit de omliggende bergdorpen dalen ze af om hun heiligen te eren. In de kerk schudden de mannen vele handen en tonen hun respect voor de heiligen van andere confradias. De vrouwen kruipen gezellig bij elkaar als de mannen naar een ruimte aan de zijkant van de kerk verdwijnen.
Buiten, voor de kerk, verzamelen zich steeds meer mensen. Op de trappen wordt een donderbus geplaatst en bij elke klap stuift de menigte uiteen. Dan wordt het eerste beeld naar buiten gedragen. Begeleid door de confradias, hun vrouwen en veel lawaai worden de beelden naar huis meegenomen om verzorgd te worden.
In een lange stoet volgen de beelden een route tussen de marktkramen. Van tijd tot tijd staat de processie stil en worden de donderbussen afgestoken waarbij de omringende menigte terugwijkt. Direct na de ontploffingen worden de beelden met een plumeau afgedaan. Langzaam lopen we achter de processie aan in de richting ons hotel.
"Volgens mij sta ik in de fik".
Er stijgt een rookpluimpje op uit mijn haar op. De toeschouwers lachen en Bas slaat het beginnende brandje gauw uit. Nu begrijpen we de plumeau en de gepaste afstand van het publiek als de donderbussen worden afgestoken. De schade valt mee en vanaf het dak van ons hotel kijken we op veilige afstand toe hoe de beelden uitwaaieren en Chichi verlaten.
In een Internet café lees ik onze e-mail. Een bericht van een aantal dagen geleden meld ons dat de moeder van goede vrienden van ons is overleden. Onder ons bewerken twee vrouwen hun concurrent met stokken. Wat een onwerkelijke wereld.
De stad is overgenomen door busladingen Amerikaanse en Italiaanse toeristen die zich verdringen op de trappen van de Santo-Tomás. Ze zijn vanochtend vroeg vertrokken vanuit Antigua en Panajachel aan het meer van Atitlan voor de zondagsmarkt. Tijd om het vlammende Chichi te verlaten en aan het begin van de middag rijden we richting Chimaltenango.
Later op de dag hebben we hier een afspraak. Onderweg doen we inkopen voor deze ontmoeting. Aan mijn voeten staat een doos met dunne kaarsen in allerlei kleuren, wierook, groene takjes en een grote dikke sigaar.
We draaien van de doorgaande weg af naar een smalle weg met hoge, slanke dennenbomen en wachten op een telefoontje van Calista. Uiteindelijk treffen we haar ergens langs de kant van de weg en rijden door naar San Andres.
De plaats van handeling is een ommuurd veld voor een kerk dat ook dienst doet als parkeerterrein. "Ik ben Calistra Gabriella en Antonio is meegekomen om mij te helpen. Vandaag ga ik jullie inwijden in het rituelen van de sjamaan en verwacht ik actieve deelname ", vertelt ze ons met zachte, maar krachtige stem.
Haar engels is perfect en ze geeft ons opdracht de doos uit te pakken. Verschillende soorten wierook worden volgens haar aanwijzingen neergelegd.
"De rode, blauwe, groene en gele kaarsen zijn voor de windrichtingen", verteld Calistra.
We krijgen van elke kleur een paar kaarsen. "De windrichtingen zijn verbonden met leven, bloed, water, maïs en natuurlijk met de voorvaderen", licht ze toe.
Na een lange studie is ze sjamaan in dit gebied en praktiseert elke dag. Onder het opbouwen van het vuur legt ze van alles uit. De groene takjes zijn om het teveel aan energie en kwaden van het lichaam af te strijken.
De ceremonie begint met het opsteken van de sigaar. De rook reinigt Calistra's innerlijke en legt het contact met de voorvaderen. Met de takjes werpen we onze energie en kwaden in het vuur. Daarna volgen de kaarsen.
Mijn gedachten dwalen af. De plek heeft iets mystieks, kaarsvet kruipt traag als een lavastroom uit het vuur. Bij de ceremonie naast ons wordt een hart geschilderd en voor de kerk steken twee vrouwen een sigaar op. De wind blaast zand in de richting van het openbare toilet aan de rand van het veld.
Ik probeer in de ceremonie te komen, maar Calistra's stem brengt me steeds terug naar de werkelijkheid. Ik voel de aanwezigheid van de lerares Calistra en niet de sjamaan Calistra. Met haar toelichting wordt het ritueel duidelijk, maar voor mij niet spiritueel.
As en kaarsvet resten worden door een jongen bij elkaar geveegd als we op weg naar Antigua gaan. Calista en Antonio blijven achter in San Andres. Moe en uitgerookt verlang ik naar mijn energie die ik net op bevel in het vuur heb geworpen.
'komen laat aan. moe en vies, morgen lunchen?', sms's ik naar onze diner afspraak voor vanavond in Antigua. 


Het is een koude bewolkte dag met af en toe wat spetters. Het raamkozijn geeft beschutting tegen de wind. Gespannen wacht ik af. Vanochtend hebben we door de straten van Antigua gewandeld en gezien wat aardbevingen kunnen aanrichten.
"Pauline", schalt het over de straat.
Toch nog onverwacht vanuit een andere richting komt mijn zus aanlopen. Ze is met haar gezin op vakantie in Guatemala en onze reisschema's treffen elkaar vandaag. Met z'n zessen lopen naar een rustig patio restaurant.
Na deze bijzondere lunch vervolgen we onze wandeling door Antigua en sluiten de dag af met een bezoek aan de ruïne van La Recolección. Terug in ons hotel rommelt mijn buik hevig en de krampen nemen toe. Nerveus? Nee, dat moment is voorbij. De nacht breng ik door in de badkamer. 


'Op reis met juffrouw Jannie'©Pauline 

 



-----------------------------------------------------------------------------------------------