woensdag 4 april 2012

Juan


“De massa in het midden van het beeld is de schaduw van hen die er niet meer zijn.”
Een jonge vrouw geeft uitleg over de symboliek van het monument bij het mausoleum van het derde front.
“De rug van de van de achterste strijders is gedekt.”
Ze wijst omhoog naar het enorme betonnen beeld.
”Twee strijders kijken vooruit en twee dekken hun rug. Alle kenmerken van de revolutionairen zitten erin, zoals bijvoorbeeld langhaar, de kleding en hun raciale afkomst. De lage dichte struiken om het beeld  benadrukken de eenheid van de strijders. De varens dienden als bedekking voor gewonde kameraden en symboliseren redding .”


Cuba heeft vele helden, revolutionaire helden zoals Ché en de onafhankelijkheid helden zoals  Marti en Maceo.
José Marti was net 16 jaar toen hij zijn eerste politieke artikel schreef voor het illegale blad ‘El Diablo Cojuelo’. Hij was een groot schrijver, dichter en schilder.
‘Yo soy un hombre sincero
De donde crece la palma,
Y antes de morirme quiero
Echar mis versos del alm’,
komt uit de gedichtenbundel VersosSencillos’ en is gebruikt voor een van Cuba’s bekendste en meest patriotische liedjes ‘Guantanamera’.
Een groot kunstenaar, maar geen groot militair. Tijdens een van de eerste veldslagen van de onafhankelijkheidsstrijd werd hij van zijn witte paard afgeschoten en sneuvelde op het slagveld.
Maceo hebben we recent nog kunnen zien. Tijdens het laatste bezoek van de paus aan Cuba was zijn standbeeld zichtbaar voor de hele wereld.


Benedictus (84) ging voor in de mis vanaf een metalen podium, dat was omgeven door reusachtige kapmessen, symbool van Cuba's strijd voor onafhankelijkheid, en een standbeeld van Antonio Maceo, een militaire commandant die in de 19e eeuw de Spaanse kolonisten bestreed’.
Op het plein van de revolutie in Santiago de Cuba staat het krachtige beeld van Antonio Maceo te paard omgeven door 23 machetes, die de verwondingen van Maceo symboliseren. 
Was Marti de man van de ideeën, Maceo was de man van de actie. Ook Maceo sneuvelde op het slagveld van de onafhankelijkheidsoorlog.
Ché, El Comandante  kennen we allemaal wel. Al was het alleen maar door de foto die Korda, in 1960, nam tijdens de begrafenis van de slachtoffers van de ontploffing van het franse fregat ‘la Coubre’. Misschien wel het meest gereproduceerde beeld, waaraan door de maker nooit een cent verdiend is.
De bovengenoemde  Cubaanse helden zijn allemaal terug te vinden in de recente reisgidsen over Cuba. Vijf recentere helden zijn een stuk moeilijker te vinden in de gidsen. De vijf van Miami zijn in de VS veroordeeld, omdat ze het terrorisme in Cuba vanuit de VS bestreden. Op het Word Wide Web is veel over hun proces en achtergronden terug te vinden. Waarschijnlijk zullen ‘de vijf’ in nieuwe edities van de reisgidsen terug te vinden zijn. Dat zal wel moeten want je kan niet om ze heen. Voor René, Antonio, Gerardo, Fernando en Ramón wordt overal in Cuba de aandacht gevraagd.
¡Volverán!’, we zullen overwinnen!
Maar ook voor Ché, een bijnaam voor iemand uit Argentinië, zijn plekken te vinden, die niet in de reisgidsen vermeld staan. Naast het bekende Che Guevara Mausoleum in SantaClara, is voor het lokale communistische partij bureau van deze stad, bijvoorbeeld een prachtig beeld te zien dat het leven van Ché weergeeft.

We zijn onderweg naar het oosten van Cuba. De wegen worden slechter na Camaguey. Via Las Tunas  rijden we richting de Sierra Maestra. De lucht is dreigend. In El Cobre maken we onze laatste tank stop voor we het gebied van het derde front in rijden. Het regent ondertussen en voor het eerst dienen de paraplus waarvoor ze bedoelt zijn, bescherming tegen de regen. Even later presenteert de zon zich weer en worden het weer parasolletjes. We rijden door een glooiend geel bruin landschap. De daken van de huizen zijn bedekt met koningspalm bladeren. Het oosten is beduidend armer dan het westen. Ook de taal klinkt anders, zangeriger dan waar we vandaan komen.
In Cruce de los Baños slaan we van de doorgaande weg af. Op de afslag zie ik een heuvel met een vlam en de vlag van de 26ste julio beweging. In de lonely planet gids probeer ik terug te vinden wat we net gepasseerd zijn, maar de weg is te slecht en te bochtig om te lezen. Mijn nieuwsgierigheid zal even moeten wachten.
De zon geeft gouden randjes aan de wolken. De weg is weg. Er is nauwelijks asfalt achter gebleven en we rijden stapvoets richting El Salton.
Midden in de natuur genieten we van zeven jaar oude ‘Havana Club’. Op het terras van het oude staatshotel luisteren we naar de geluiden uit het bos om ons heen. In de verte maken kikkers een diep rommelend geluid. Oorspronkelijk is dit hotel bedoeld voor Cubanen om te ontspannen, maar tegenwoordig komen er ook buitenlandse toeristen, die het hotel gebruiken als basis voor wandeltochten.
Na het avondeten is er muziek op dit lekkere ‘laid back’ plekje met bloemetjes gordijnen en rust.

De volgende dag gaan we op stap met Speedy Gonzales. Carlos leidt  ons over paden, die de lokale bevolking gebruikt om hun waren naar de stad te brengen.
“Waarom is die kalkoen zo blij?”
“Omdat hij nog leeft?”, antwoord ik.
“Smart, ” en knipoogt hij naar mij, “Christmas is past!”
De paden voeren ons door een landschap met kleine cacao en koffie plantages. Daar tussen, pure natuur, kleine boerderijen en hoge koningspalmen.
“Ik zal jullie de Volkswagen, Suzuki en Mercedes van de Sierra Maestra laten zien.”
De Volkwagen blijkt een paardje vol geladen met oogst te zijn, de ezel staat voor een Suzuki en een paard dat als rijdier wordt gebruikt is, jawel, een Mercedes. 
Ik leer hem dat er ook ‘lelijke eendjes’ zijn op de boerderij. We zijn hier gestopt voor koffie en maken kennis met de nieuwste revolutie in Cuba. In een van de drie keukens staat een rijstkoker, een snelkookpan en een kookplaatje.
Vijftig  jaar na de revolutie was het starten van de energetische revolutie een van de  laatste daden van Fidel Castro. In opdracht van Fidel werden 16, 17 jarigen opgeleid tot sociaal werker en erop uit gestuurd om de apparaten aan de man te brengen. Afhankelijk van het aantal keukens in huis konden Cubanen een veelvoud van elektrische apparaten aanschaffen. Een Russische koelkast kon worden ingeruild voor een moderne koelkast, een eis was dan wel dat de Russische het nog moest doen. Vele afnemers van de energetische revolutie betalen nog steeds af aan hun koningin der pannen, de snelkookpan.
Van de sociaal werkers is nooit meer iets vernomen.Het water voor de koffie wordt op een hout vuur gekookt.

Die avond wordt vakkundig een heerlijke kip voor ons op de BBQ bereid.
 “Een memorabel kippetje,” zegt Bas en kluift het beestje kaal.
Later, onder het genot van een mojito, luisteren we naar Marc, die zingt over bier, de liefde en miss Callantsoog.
Op onze eigen terras pak ik de lonely planet gids weer op en probeer de plek op te zoeken die we een paar dagen eerder gepasseerd zijn. Deze keer leiden de kikkers en de zeven jaar oude  rum mij af  en als ik niet snel genoeg kan vinden wat ik wil weten geef ik het op.

”Twee strijders kijken vooruit en twee dekken hun rug. Alle kenmerken van de revolutionairen zitten erin, zoals bijvoorbeeld langhaar, de kleding en hun raciale afkomst. De lage dichte struiken om het beeld  benadrukken de eenheid van de strijders. De varens dienden als bedekking voor gewonde kameraden en symboliseren redding. Juan heeft ze zelf gebruikt om zijn gewonde lichaam te bedekken. Zijn kameraden wilde hem niet achter laten, maar Juan kon niet verder door zijn verwondingen en wilde de kameraden niet verder vertragen. ”
Het mausoleum van het derde front ‘Mario Muñoz Monroy’ bevindt zich op het hoogste punt van de stad. Hier werd in 1957 de vlag van de 26ste  julio beweging gehesen.
“Revolutionairen kunnen hier begraven worden, maar voor iedere strijder van het derde front ligt hier in ieder geval een gedenksteen.”

CRUCE DE LOS BAÑOS.— President Raúl Castro Ruz, president of the Councils of State and Ministers, led the funeral honors for Commander of the Revolution Juan Almeida Bosque yesterday, September 15, at the historical complex that perpetuates the legacy of the heroes and martyrs of the Doctor Mario Muñoz Monroy Third Eastern Front’, meldt de ‘Granma’.
De Engelse versie van Cubaanse Communistische partij krant doet verslag van de begrafenis ceremonie van de, op 11 september 2009 in Havana, overleden Comandante Juan Almeida.
Samen met Fidel en Raúl bestormde Juan op 26 juli 1953 de Moncada kazerne in Santiago de Cuba. In 1958 werd hij bevorderd tot eerste zwarte Comandante van het rebellenleger. Samen met Raúl opende hij het derde front ten noorden van Santiago de Cuba.
Na de revolutie bleef Juan politiek actief, daarnaast schreef hij boeken over de geschiedenis van de Cubaanse revolutie en componeerde hij meer dan driehonderd liedjes. Naast Ché , Fidel en Raúl Castro is Juan Almeida Bosque een van de meest geliefde helden van de revolutie.

Vol verbazing kijk en luister is naar onze jonge gids. Het enorme grove betonnen beeld krijgt iets moois. Het lijkt of de revolutie gister plaats heeft gevonden. Vol warmte verteld zij verder over het derde front en de revolutionairen. Hoog boven ons wappert de vlag van de 26ste julio. De eeuwige vlam werpt een warme gloed op Juan en zijn kompanen.

Terug op de doorgaande weg, verder op weg naar het oosten, pak ik de lonely planet gids er weer bij en probeer meer over Juan Almeida Bosque en het mausoleum te weten te komen. Niets, helemaal niets terug te vinden over deze zeer geliefde Cubaanse Comandante. In de Capitool gids vind ik een foto van Fidel en Juan. Nu heeft de man een gezicht.
een begaafd strateeg van de guerrilla oorlog’, is slechts een deel van een zin, die aan Juan gewijd is.
Thuis in Nederland vervolg ik mijn zoektocht op het web naar meer informatie over Juan Almeida. Gelukkig krijgt hij hier alle aandacht die hij verdient. Maar bij gebrek aan snelle internet verbindingen in Cuba  is het te hopen dat de nieuwe editie van de lonely planet gids aandacht aan deze man en het derde front schenkt, zodat de reiziger zich al in Cuba kan verdiepen in deze Cubaanse held en zijn geschiedenis.